Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet werk en inkomen kunstenaars

 

Artikel 31 Schuldregeling
1
In afwijking van de artikelen 16, vierde lid, onderdeel b, 29 en 30 kan het college, ambtshalve of op verzoek van de kunstenaar, besluiten gedeeltelijk van terugvordering af te zien of gedeeltelijk van verdere terugvordering af te zien bij medewerking aan een schuldregeling, indien:
a
redelijkerwijs te voorzien is dat de kunstenaar of zijn gezin niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen;
b
redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in het tweede lid bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen;
c
de terugvordering door het college ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang;
d
een naar het oordeel van het college betrouwbare schuldregeling tot stand is gekomen door tussenkomst van een schuldhulpverlener als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het consumentenkrediet; en
e
uitdeling in het kader van de schuldregeling plaatsvindt overeenkomstig artikel 349 van de Faillissementswet.
2
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van:
a
een terugvordering als bedoeld in artikel 30 is ontstaan door het niet nakomen door de kunstenaar van de verplichting, bedoeld in artikel 20, dan wel met betrekking tot het niet naleven van die verplichting aangifte is gedaan op grond van het Wetboek van Strafrecht;
b
vorderingen welke door hypotheek of verpanding op een zaak of zaken zijn gedekt, behoudens voorzover zij niet op die zaken verhaald kunnen worden.
3
Het besluit tot het afzien van terugvordering of van verdere terugvordering treedt niet in werking voordat een schuldregeling overeenkomstig het eerste lid tot stand is gekomen.
4
Het besluit tot gedeeltelijk afzien van terugvordering of gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering wordt ingetrokken of ten nadele van de kunstenaar gewijzigd indien:
a
niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen die voldoet aan de eisen, bedoeld in het eerste lid;
b
de kunstenaar of zijn echtgenoot de schuld aan het college niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet, of
c
onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.
5
Bij ministeriƫle regeling kunnen met betrekking tot dit artikel nadere regels worden gesteld ten aanzien van de bevoegdheid om mee te werken aan schuldregelingen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •